Plant prestatie

In de tuinbouw zijn productie en kwaliteit twee zeer belangrijke aspecten die het succes van de teelt bepalen. De laatste jaren zien we ook plantgezondheid en weerbaarheid een opmars maken. Maar wat betekent dit precies en waarom wordt het juist nu zo populair. Om dit te snappen moeten we kijken naar de manier waarop we tegenwoordig gewassen telen. Vaak gebeurt dit in kassen waar we de groeiomstandigheden optimaal kunnen sturen, telen we op substraat en maken we gebruik van kunstmest om de plant te voeden. In combinatie met steeds betere rassen heeft dit geleidt tot een enorme stijging van de productie.

Maar . . . . met name het gebruik van (overmatige) kunstmest heeft ook geleid tot zwakke planten. Deze planten zijn, qua samenstelling, zeer aantrekkelijk voor ziekten en plagen en kunnen zichzelf niet meer verdedigen. Tot nu toe konden we dit oplossen door gebruik te maken van chemische gewasbescherming. Echter door verschillende oorzaken staat het gebruik hiervan onder druk. Willen we planten weer gezond maken, dan zijn twee “processen” cruciaal, fotosynthese en bodemleven.

Fotosynthese is het proces in een plant waarin met behulp van water, CO2 en licht suikers worden gevormd. Deze suikers zijn vervolgens de bouwsteen voor allerlei andere stoffen in de plant. Meer fotosynthese betekent dus meer groei, ontwikkeling, productie en weerbaarheid. Daarnaast stuurt een plant een behoorlijk gedeelte van zijn suikers de bodem in (wortel exudaten). Hiermee voedt de plant het tweede cruciale proces, bodemleven. Rondom de wortels van de plant krioelt het van bacteriën, schimmels en ander bodemleven. In ruil voor de suikers, levert dit bodemleven een wederdienst aan de plant. Dit kan zijn het beschikbaar maken van mineralen, efficiëntere opname van voeding tot het stimuleren van weerbaarheid.